Een Karolingische Codex uit Speyer?

Ad Maas, 06 aug. 2022

Een aantal jaren geleden was ik op verkenning in de stad Speyer (ofwel in het Nederlands: Spiers). Daar kocht ik een boek Die Römerzeit (1994) ten dele geschreven door en onder redactie van museumdirecteur Dr.  Maria Grewenig. Dat was dus uitkijken geblazen. Maar eerlijk gezegd, het bleek een uitstekend boek. Ik begon er meteen wat in te lezen in de Dom van Speyer waar zoveel Duitse keizers hun laatste rustplaats hadden gevonden, althans laten we dat hopen.

Zo las ik in het boek het volgende zinnetje over ‘das verschwinden eines der wertvollsten Werke des Hochmittelalters’. Daarin hadden tal kopieën van klassieke handschiften gestaan die anders onbekend  zouden zijn gebleven:

  • een kopie van de Peutingerkaart (?) ofwel de Weltkarte van Castorius
  • het wegenoverzicht / Itinerarium van Antonini Augusti
  • de Notitia Dignitatum
  • de sogenannten Geographie des Ptolemaeus

Mijn primitieve zoektocht

   
   
De dom van Speyer, de grootste kerk in romaanse stijl ter wereld, één van de romaanse Kaiserdome langs de Rijn

Dat moest nagejaagd worden. En wat bleek dat te zijn: een perkament handschrift uit de 9e – 10e eeuw: der Codex Spirensis Sigma. Vervaardigd door de schrijfschool van de Speyerer Domstift. Maar het was verdwenen terwijl men klaarblijkelijk toch wist wat de waardevolle inhoud van de codex was.

De ICT-communicatie-mogelijkheden lagen zo rond 2007 beperkter dan nu, dus reden we naar Trier naar een hotel bij de Porta Nigra (de eigenaar was een trouw supporter van de verzamelwoede van ons Ineke: † 2022) en ik kwam op het avontuurlijke idee om binnendoor naar Echternach te rijden. Hachelijke tocht die niet een uur duurde maar twee uur en een half. Gelukkig was in ons jaarlijkse hotel daar al rekening mee gehouden: prima maaltijd om 21:00 uur. 

De andere dag belde ik het secretariaat van het bisdom Speyer met de vraag of ik die verdwenen codex kon komen inzien. Zeer ruimhartig contact, maar ze wisten niet waar ik het over had. En ook niet waar ik die codex dan wel kon vinden. Tja, Herr Maas, hoe kunnen wij dat weten? Nou, verdwenen, maar alles en geen sporen nagelaten? Wij dachten: we blijven onze vakantiewandelingen maken in het Luxemburgse Klein Zwitserland en ik dacht: ik ga thuis via internet wel uitzoeken hoe het zit. Maar dat viel gruwelijk tegen via de zoekterm Codex Spirensis Sigma. Een onbetreden veld, dacht ik. Ik liet het thema een jaar of 15 liggen. Te druk met de waanzin van de dagen.

Nu ik al mijn vroegere teksten aan het hercomponeren ben in spitse en vrolijke boeken was er gelegenheid om eens buiten de box van mijn vaste gewoonten te denken en ik dacht dat ik dat woord Sigma weg moest laten, want ik kreeg steeds verfbedrijven op mijn scherm. Mijn gebouwelijk onroerend goed in Nederland en Vlaanderen was echt wel aan een beurt toe. Maar daar was ik niet naar op zoek.

Een stap verder

En nu kwam ik wel een ‘grote erg kleine’ stap verder waarover ik verslag uitbreng.  Ik las:  

The Codex Spirensis, of which Only a Single Leaf of the Original Survives Circa 860 CE to 920 CE.

Slechts één blad. Dat bericht kwam van de Bodleian Library (Oxford). Ik dacht nog even dat Boris daar een bijbaantje als bibliothecaris had (gehad). Ik had er tijdens een vakantie ooit een bijeenkomst bijgewoond over de chronologietheorie van Heribert Illig. De groep vond het totale onzin, maar ze hadden wel erg genoten van mijn inbreng.

   
   
Bodleian Library, de voornaamste onderzoeksbibliotheek verbonden aan de Universiteit van Oxford; een van de oudste bibliotheken ter wereld.

Ik vond de volgende toelichting: The Codex Spirensis, an illuminated Carolingian copy written in the middle Rhine area of Germany in the late ninth or early tenth century, of a late antique manuscript, and discovered at the Cathedral Library at Speyer in the fifteenth century, no longer survives except for a single leaf. Because of the copies made of this codex in the fifteenth century, the codex preserved thirteen different texts, of which perhaps the most significant were the Notitia Dignitatum en Dicuil's De mensura orbis terrae.

En de Wereldkaart van Castorius (Peutingerkaart?) and the Anonymous De rebus bellicis…..En en het wegenoverzicht van Antonini, voeg ik er aan toe.   

Kopieën

Er moest dus gewerkt zijn met ‘kopieën’ van de of van een codex. Volgens Oxford waren er vier primaire (directe) afschriften van de Codex Spirensis:

  • The copy made for the bibliophile Pietro Donato, bishop of Padua, in January 1436, while Donato was presiding over the Council of Basel. Now at the Bodleian Library, Oxford.  A digital facsimile is available from the Bodleian. This is the earliest copy of this text to survive complete.
  • A copy in the Bibliothèque nationale de France (Cod. Paris. lat. 9661).
  • A copy written in 1484 and first found at Speyer where it was copied in 1529 for Cardinal Bernhard von Cles (Clesius), Archbishop of Trento, who visited the city that year. The manuscript can later be traced to Salzburg, and at the beginning of the nineteenth century to Vienna (Cod. Vindob.lat. 303). As a result of the peace settlement of Europe in 1919 it was transferred from Austria to Italy, and is now at Trento.
  • A copy made in June 1550 for the Elector Palatine of the Rhine Otto Heinrich. This had been offered to the prince instead of the original. In 1552 the prince acquired the original Codex Spirensis, and it remained in his family collection until disappearing mysteriously. It is now preserved at the Munich Staatsbibliothek.

Karolingisch?

Dus werk uit de 15e en 16e eeuw met betrekking tot een codex die Karolingisch wordt genoemd op grond van 1 bladzijde. Ik kreeg die bladzijde niet opgespoord. De Engelse informatie over de Codex Spirensis heeft iets Brexitachtigs; Laten zien wat we hebben en weten, maar slordig en toch ook wel “we moeten het de zoeker niet gemakkelijk maken”.

Dat de overschrijvers dachten met een Karolingische Codex te maken te hebben. Karel was al vergoddelijkt. En men was in de kopieerjaren overtuigd van de waarheid van de conventionele geschiedschrijving. Pas Heribert Illig en Giovanni Carnevale hebben een steen in de vijver geworpen. Mogelijkerwijs niet de steen van hun wijsheid en gelijk, maar wel een steen die twijfel veroorzaakt aan wat vele eeuwen gezien werd als ‘waarheid’.

De centrale stelling van mijn boek over de Peutingerkaart kan ik handhaven. De PK is geen kopie van een 4e -eeuwse kaart, maar baseert zich wel op klassieke informatie. De tekst van het boek is kennelijk wel in een Engelstalige versie verspreid. Die giga-vertalingen zijn nu niet moeilijk te realiseren en vaak van min of meer voldoende kwaliteit. Ik kreeg en krijg nog steeds berichten over mijn opmerkelijke bevindingen. Daar zal het wel bij blijven. De Codex Spirensis is geen punt van return.

Enige referenties

  • Das Itinerarium Antonini: Eine Abschrift aus der Bibliothek Konrad Peutingers und ein Fragment von deren Speyerer Vorlage: in Laube, R. & Zäh, H. (eds.), Gesammeltes Gedächtnis 
  • Konrad Peutinger und die kulturelle Überlieferung im 16. Jahrhundert. (Luzern, Quaternio, 2016), pp.132-137. This may be read online at http://notitiadignitatum.org/602-augs.pdf.
  • Thompson, A Roman Reformer and Inventor. Being a New Text of the Treatise De Rebus Bellicis with a translation and introduction (1952)

 

              Reactie geven op artikel